Fioretti College Veghel

3 mavo 25 en 26 januari Signaalwoorden + tekstverbanden

Signaalwoorden + tekstverbanden
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Signaalwoorden + tekstverbanden

Slide 1 - Slide

Welke signaalwoorden + tekstverbanden weet je nog?

Slide 2 - Mind map

Wat is het doel van signaalwoorden + tekstverbanden in een tekst?

Slide 3 - Mind map

Wat is jouw leerdoel voor deze les?

Slide 4 - Open question

Nieuw Nederlands
Lees de theorie


Zie volgende dia


Slide 5 - Slide

Maak met je groepje zinnen met:
Aan het eind van de les laten zien bij de evaluatie
Opsommend verband (signaalwoorden)
Tegenstellend verband (signaalwoord)
Voorbeeld (signaalwoord)
Toelichtend verband (signaalwoord)

Slide 6 - Slide

Een opsomming 
 ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, bovendien, tevens, daarnaast, ten slotte, en. Je kunt een opsomming ook herkennen aan opsommingstekens, zoals een dubbele punt (:), liggende streepjes (-), getallen (1, 2, 3) of ‘dots’ (•).
 Bijvoorbeeld:
Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder.

Maak een zin met een opsommend verband

Slide 7 - Slide

Een tegenstelling
  tegenover, maar, hoewel, echter, toch, aan de ene kant … aan de andere kant, daarentegen. 
Bijvoorbeeld:
Veel jongeren willen graag in de vakantie wat bijverdienen, maar niet elke klus is aantrekkelijk of levert genoeg geld op.

Maak een zin met een tegenstellend verband

Slide 8 - Slide

Een voorbeeld (toelichting) 
bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou, onder andere, ter illustratie. Een voorbeeld of toelichting volgt vaak na een algemene uitspraak. 
Bijvoorbeeld:
Je kunt afspraken voor een reis laten vastleggen in een reisovereenkomst. Denk aan het aantal excursies dat je per week wilt doen.

Maak een zin met een toelichtend verband

Slide 9 - Slide

Ga naar Nieuw Nederlands (portal) en ga aan de slag met de opdrachten.
Maak de startopdracht + opdracht 1 (verder eigen keuze)

12:45 terug in de meet

Slide 10 - Slide

Mijn zin met een opsommend verband is:

Slide 11 - Open question

Mijn zin met een tegenstellend verband is:

Slide 12 - Open question

Mijn zin met een toelichtend verband is:

Slide 13 - Open question

Dit heb ik geleerd tijdens de les:

Slide 14 - Open question

Deze signaalwoorden + tekstverbanden ken ik nu.

Slide 15 - Mind map

Ik heb mijn leerdoel behaald
A
Ja, maar het was best lastig.
B
Ja, het was een makkie.
C
Nee, ik begrijp het nog helemaal niet.
D
Nee, ik vind het nog een klein beetje lastig.

Slide 16 - Quiz

Hier kan de docent mij mee helpen.

Slide 17 - Mind map

Zijn er nog vragen?

Slide 18 - Mind map

26 januari
Signaalwoorden + tekstverbanden

Slide 19 - Slide

Deze verbanden en signaalwoorden weet ik nog.

Slide 20 - Mind map

Mijn leerdoel voor vandaag is:

Slide 21 - Open question

Opdracht  15 minuten
Schrijf een verhaal/verslag over iets wat je de afgelopen dagen hebt meegemaakt.
Minimaal 5 signaalwoorden.

Deel je verhaal/verslag met een klasgenoot en laat je klasgenoot de signaalwoorden eruit halen.

Slide 22 - Slide

De signaalwoorden die ik heb gevonden in het verslag/verhaal van mijn klasgenoot zijn:

Slide 23 - Open question

Ga aan de slag met Nieuw Nederlands

Maak de volgende opdrachten.....


(wat heb jij nodig om je leerdoel te behalen?)

14:25 terug in de les

Slide 24 - Slide

Hoe is het gegaan?
A
Goed, maar het was best lastig.
B
Goed, het was niet zo moeilijk.
C
Niet zo goed, ik vind het erg moeilijk.
D
Niet zo goed, ik had meer tijd nodig.

Slide 25 - Quiz

Heb je je leerdoel behaald?

Slide 26 - Mind map

Wat heb je tijdens de les geleerd?

Slide 27 - Open question

Zijn er nog vragen?

Slide 28 - Mind map

Tot de volgende keer!

Slide 29 - Slide